Beleidsproduct 4.2 Onderwijshuisvesting
Steenvoordeschool
In de afgelopen anderhalf jaar is meermaals melding gemaakt van een waarschijnlijke kostenoverschrijding op de nieuwbouw Steenvoordeschool en dat waar mogelijk dekking zal worden gezocht in de nog te ontvangen verzekeringsgelden van de brand bij de Steenvoordeschool. Toegezegd is dat duidelijkheid zou worden verschaft met de 2e halfjaarrapportage.
Het totale investeringskrediet voor de nieuwbouw Steenvoordeschool bedraagt momenteel € 15,6 miljoen. De maximale investeringskosten worden nu geraamd op € 16,5 miljoen, waardoor het investeringskrediet met € 900.000 moet worden opgehoogd.
Op basis van de huidige planning komt de nieuwe school medio 2026 gereed. Tot dat moment moet er gebruik gemaakt worden van tijdelijke huisvesting. Hiervoor staat in de exploitatie respectievelijk € 582.000 en € 291.000 geraamd in 2025 en 2026 (t/m juni). Omdat de school naar verwachting niet voor het einde van het schooljaar 25/26 zal verhuizen naar het nieuwe gebouw, wordt de huur nu tot eind juli geraamd, dat leidt tot € 50.000 hogere kosten in 2026.
Op de voormalige panden, Steenvoorde hoofdlocatie (gesloopt) en Steenvoorde dependance (afgebrand en vervolgens gesloopt), rest nog een boekwaarde van respectievelijk € 387.000 en € 190.000 per 1/1/2025. Deze afboeking van totaal € 577.000 moet nog als incidentele last in de exploitatie genomen worden in 2025.
De verzekeraar heeft de totale schade door de brand vastgesteld op circa € 1,8 miljoen:
€ 175.000 bedoeld voor de totaal schade inventaris. Het vervangen van de inventaris heeft plaatsgevonden en verzekeraar heeft vergoeding uitbetaald. Hiervoor is dus geen begrotingswijziging nodig.
€ 255.000 bedoeld voor de kosten vervangende huisvesting. Deze vergoeding wordt naar rato (heel jaar huur in 2025 en circa half jaar huur in 2026) ingezet als gedeeltelijke dekking voor de huur van de tijdelijke huisvesting in de exploitatie.
De resterende ontvangen verzekeringsbijdrage, circa € 1,4 miljoen, wordt gezien als bijdrage van derden en moet op grond van artikel 62 lid 2 van het BBV allereerst in mindering gebracht worden op de restantboekwaarde van Steenvoorde dependance (€ 190.000).
Het restant van de verzekeringsgelden, circa € 1,2 miljoen, dient in mindering te worden gebracht op de waardering van de nieuwe investering op de balans. Hierdoor worden de jaarlijkse kapitaallasten verlaagd. Dit dient dit in feite als dekking voor het ophogen van het investeringskrediet.
Met Stichting Librijn is een investeringsbijdrage van € 242.000 overeengekomen voor meerkosten i.v.m. met het duurzaam bouwen. Ook deze bijdrage dient in mindering te worden gebracht op de waardering van de nieuwe investering op de balans.
Financiële gevolgen | |||||
|---|---|---|---|---|---|
Beleidsproduct | 4.2 Onderwijshuisvesting | ||||
Bedragen x € 1.000 | Inc. | Struc. | |||
+ = voordelig | |||||
- = nadelig | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
Steenvoordeschool | -577 | -50 | - | - | - |
Steenvoordeschool dekking verzekering | 360 | 85 | - | - | - |
Totaal beleidsproduct | -217 | 35 | - | - | - |